Adox FX-39 II is een legende, gebaseerd op Neofin Rood van Willi Butlers en doorontwikkeld door Geoffrey Crawley.
Geoffrey Crawley heeft 40 jaar lang uiteenlopende recepten aangepast om dit meesterwerk uit de hoogtijdagen van de analoge fotografie te ontwikkelen. FX-39 werkt balancerend, zeer detailrijk en scherp met een uitstekende oplossend vermogen en maakt zeer goed gebruik van de filmsnelheid. Het compenserende effect kan via de verdunning zeer goed over een zeer breed bereik worden geregeld en kan precies worden afgestemd op het motiefcontrast en het gebruikte filmtype. Zo is bij een verlengde ontwikkeltijd een verdubbeling van de ISO gevoeligheid mogelijk.
Er is eigenlijk maar één reden om niet uitsluitend te werken met de FX-39 en dat is een fijnst mogelijk korrel. Wanneer je met name naar de fijnst mogelijk korrel kijkt, krijg je met bijvoorbeeld Adox Atomal 49 een fijnere korrel. FX-39 werkt met name zeer goed met laag- en middelgevoelige films.
In het ISO 400/24° bereik worden de beste resultaten verkregen met Kodak Tri-X, Kodak T-Max 400 of andere T-Grain films. Indien gewenst kan FX-39 ook gebruikt worden om de filmsnelheid met één stop te verhogen (push processing).
Vanwege zijn hoge egaliserende vermogen, uitstekende flexibiliteit, zeer goed gebruik van gevoeligheid, eenvoudige “one-shot” toepassing (eenmalig gebruik van de verdunde werkoplossing) en zijn lage gehalte aan schadelijke stoffen (geen GLS-label nodig) is FX-39 bijzonder geschikt voor beginners of onderwijsdoeleinden.
Sinds 2004 produceert Adox deze ontwikkelaar voor Paterson. Geoffrey Crawley was destijds nog in leven en heeft het recept aan Adox overgedragen, waarop Adox de belofte heeft gemaakt om zijn “baby” in leven te laten, ook wanneer Paterson de distributie zou staken. Een belofte die Adox heeft waargemaakt en waarom de ontwikkelaar nu niet meer in de rode Paterson verpakking zit.
De eigenschappen van deze vernieuwde Adox FX-39 II zijn gelijk aan de originele FX-39 I, echter de houdbaarheid van deze ontwikkelaar is verbeterd.